Heb je interesse of een vraag? Stuur Melissa een appje en ze reageert zo snel mogelijk! x
Terug naar kennisbank

Wet DBA

Natalie Hofstede
15 november 2024

Handhaving Wet DBA vanaf 1 januari 2025 

Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) strenger handhaven. Deze wet is sinds 2016 van kracht en heeft als doel om schijnzelfstandigheid tegen te gaan en duidelijkheid te geven over de arbeidsrelatie tussen opdrachtgevers en zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers).  

Wanneer is het een dienstbetrekking of geen dienstbetrekking? 

De Belastingdienst toetst drie voorwaarden om te controleren of er een dienstverband (oftewel een arbeidsovereenkomst) is: 

  1. Werknemer doet het werk zelf (en stuurt dus niemand anders om het werk te komen uitvoeren); 
  2. Werkgever betaalt de werknemer voor de werkzaamheden; 
  3. De werkgever geeft de werknemer instructies en aanwijzingen (gezagsverhouding). 
    De bepaling voor gezagsverhouding kan echter soms lastig zijn te toetsen. Hierbij kun je jezelf de volgende vragen stellen: 
    a.
    Kan de werkgever bepalen hoe, wanneer, waar en met wie de zzp’er aan de opdracht werkt?
    b. Kan de werkgever bepalen hoeveel uur of hoeveel dagen per week de zzp’er per week aan de opdracht werkt?
    c. Als de zzp’er met anderen moet samenwerken, kan de werkgever invloed hebben op die samenwerking?
    d. Wanneer de zzp’er hetzelfde werk verricht als andere werknemers; kun je dan de zzp’er dezelfde aanwijzingen en instructies geven als andere medewerkers?  

Is het antwoord op de aanvullende vragen minimaal 1 keer “ja” dan is er meestal sprake van een gezagsverhouding.  

Als aan bovenstaande 3 punten is voldaan dan is er sprake van een dienstverband en daarmee schijnzelfstandigheid. Mocht je aan 1 van bovengenoemde punten niet voldoen, dan is er geen sprake van een verkapt dienstverband. Indien er nog twijfel bestaat dan kan naar een 4e richtlijn gekeken worden en dat is of een zzp’er onder andere meerdere opdrachten heeft.   

Veranderingen vanaf 1 januari 2025 

Vanaf deze datum zal de Belastingdienst strenger gaan controleren of er sprake is van een echte zelfstandige overeenkomst of een verkapt dienstverband. Bij overtredingen kunnen zowel de zzp’er als de opdrachtgever verantwoordelijk worden gehouden en boetes krijgen. Deze boetes kunnen met terugwerkende kracht tot maximaal 1 januari 2025 opgelegd worden. In uitzonderlijke situaties kan de Belastingdienst tot vijf jaar terug naheffen. 

De modelovereenkomsten die voorheen vanuit de Belastingdienst werden aangeraden, worden komende periode uit gefaseerd. De reden hiervoor is dat het vooraf beoordelen van afspraken op papier onvoldoende zekerheid geeft over de aard van de arbeidsrelatie. De huidige modelovereenkomsten blijven geldig tot de einddatum van de overeenkomst. 

Twijfel je of er sprake is van een dienstbetrekking? Dan kun je via deze webmodule een extra controle uitvoeren: Beoordeling arbeidsrelatie – Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. 

Voor- en nadelen voor opdrachtgevers en zzp’ers 

Voor zowel opdrachtgevers als zzp’ers zijn er verschillende risico’s verbonden aan een samenwerking. 

Als de Belastingdienst vaststelt dat de opdrachtnemer eigenlijk in loondienst is, kan dit leiden tot naheffingen en boetes voor niet betaalde loonbelasting en sociale premies. Zzp’ers lopen ook risico’s. Ze kunnen hun zelfstandigenstatus verliezen en naheffingen van de Belastingdienst krijgen. Een ander risico is dat opdrachtgevers voorzichtiger worden met het inhuren van zzp’ers. 

Voorbeelden in de praktijk 

Jan is een grafisch ontwerper en heeft zijn eigen bedrijf. Hij werkt vanuit huis en biedt zijn diensten aan verschillende klanten aan. Een reclamebureau benadert Jan voor het ontwerp van een nieuwe marketingcampagne. Ze bespreken de wensen en Jan maakt een offerte voor het project. Na akkoord gaat hij aan de slag. Hij werkt zelfstandig aan het ontwerp, stuurt concepten en na goedkeuring factureert hij het reclamebureau voor zijn diensten. Jan levert het eindproduct op en het contract voor deze specifieke opdracht is daarmee afgerond. 

Hierbij is er geen sprake van een arbeidsovereenkomst omdat Jan zelf het werk verricht en hij zelf bepaalt hoe, wanneer, waar en met wie hij aan de opdracht werkt.  

Maria werkt voor een ziekenhuis. Maria bepaalt zelf het tarief en heeft aansprakelijkheidsverzekeringen. Het ziekenhuis bepaalt het werk dat Maria verricht. Het gaat om zorgwerkzaamheden die veel voorkomen in het ziekenhuis. Andere collega’s verrichten het werk ook. Het ziekenhuis heeft inspraak in de manier waarop de patiënten worden verzorgd. Ook gelden strenge algemene protocollen/instructies. Onderdeel daarvan is dat Maria niet haar eigen materialen mag gebruiken. Ook zijn er aanwijzingen over hoe Maria zich binnen de organisatie moet presenteren en moet gedragen. Maria heeft daarnaast geen inspraak op haar werktijden. 

Hierbij is er sprake van een arbeidsovereenkomst. Het ziekenhuis bepaalt haar werkzaamheden en werkwijze, Maria moet zich houden aan strikte protocollen en gedragsregels, ze heeft geen inspraak in haar werktijden, en haar taken zijn vergelijkbaar met die van haar collega’s. 

Heb je vragen over de veranderingen per 1 januari 2025? Neem dan contact op met één van onze HR-consultants. 

Benieuwd wat wij voor jou kunnen betekenen?

Neem contact met ons op